De jaren 90.
Pastoraal werkster Thérèse van Grootel,
1-6-1990
– 1-9-1998
Vanaf 1 juni 1990 is Thérèse werkzaam voor de
Montfortanen, als pastoraal werkende voor de Equipe Mobile. Voor de helft van
de tijd werkzaam als pastor in de Montfortparochie. De andere helft van de tijd
was voor de Equipe Mobile en bestond uit het geven van bezinningsdagen aan
mensen die actief betrokken waren bij kerk en geloof en het ontwikkelen van
materiaal daarvoor.
In de
Montfortparochie werkte ze van 1990 tot 1994 samen met Peter Denneman en was
zij verantwoordelijk voor de parochiecatechese.
In die jaren
heeft zij een doorgaande lijn ontwikkeld voor de parochiecatechese;
Er is een
doopbulletin van de grond gekomen om ouders na de doop te ondersteunen bij de
(geloofs)opvoeding in de eerste levensjaren.
Voor de peuters
en kleuters was er jaarlijks een speciale kerstviering op 24 december. Ter
voorbereiding op Kerstmis werd het spel ‘Kindje zoeken’ geïntroduceerd, waarbij
zoveel mogelijk parochianen betrokken werden.
Thérèse heeft
een driejarenprogramma ontwikkeld voor parochiële kindercatechese tussen Eerste
Communie en Vormsel. Na het Vormsel konden jongeren zich aansluiten bij het
jongerenpastoraat.
Jaarlijks werd
er een cursus volwassenencatechese gegeven.
Van 1994 tot
1998 werkte zij samen met Theo van der Geest. Hoofdaandacht bleef de
parochiecatechese maar er werden wat accenten verlegd.
Zo nam Theo de
Eerste Communievoorbereiding over en ging Thérèse wat meer functioneren binnen
de liturgie. Zij deed regelmatig uitvaartdiensten en ontwikkelde boekjes voor
gedifferentieerde uitvaartdiensten: een gebedsviering, een woord-communiedienst
en een eucharistieviering.
Er kwam een
gespreksgroep voor ouderen van de grond, die maandelijks bij elkaar kwam.
Thérèse was lid
van de pastoraatsgroep, de schriftuitleggersgroep, de parochievergadering en
Theo en Thérèse waren afwisselend aanwezig bij de vergaderingen van het
parochiebestuur.
Pastor Theo van der Geest
1994 - 2002
Uit Montfort Onderweg 1994:
Toen ik in
Toen ik in 1971 Tilburg verliet, was de
Montfortkerk in aanbouw. Tussen 1969 en 1971 was ik actief in de
Montfortparochie bij het opzetten van het Jongerenkoor en de Jongerenvieringen.
Helemaal onbekend met de Montfortparochie en met de wijk Stokhasselt ben ik dus
niet.
De vacature in de Montfortparochie in Tilburg,
ontstaan door het vertrek van Peter Denneman naar het Omroeppastoraat, was voor
mij als Montfortaan een uitnodiging, me daar eens te gaan oriënteren. Dat is
dus uitgelopen op mijn benoeming. Na ruim 22 jaar terug naar Tilburg, naar de
Stokhasselt, naar de Montfortparochie.
Ik zie er wel enigszins tegen op, in de plaats
te komen van iemand, die ruim 21 jaren op voortreffelijke wijze pastor is
geweest in deze parochie. Ik hoop dat ik de kans krijg, op mijn eigen wijze
pastor te zijn, en dat ik niet steeds vergeleken wordt met m'n voorganger. Ik
ben gewoon een ander persoon. Ik hoop op een goede samenwerking binnen de
pastoraatsgroep, die voor mij het pastorale team is dat - samen met de vele vrijwilligers
- zich in dienst stelt van het samen-kerk-zijn.
Terugkijkend
schreef hij in 2008:
Toen ik
begon (maart 1994) ben ik benoemd voor een functie van 60 %. De rest van mijn
tijd heb ik gewerkt voor de Montfortanen. Thérèse van Grootel was toen al bijna
vier jaren werkzaam in de Montfort. Zij is ruim vier jaren een uitstekend
collega voor mij geweest en een betrokken pastor (hoewel zij het zwaar had). In
1999 kwam in haar plaats Jacques van Slagmaat
Naar mijn
indruk is in mijn periode de samenstelling van de bevolking van de wijk
Stokhasselt in versneld tempo gewijzigd. De groep allochtone medelanders
groeide heel snel. Er kwamen vooral veel Somaliërs wonen. Er kwam woonruimte
voor hen, omdat veel oorspronkelijke inwoners van Stokhasselt – deels door natuurlijk
verloop vanwege leeftijd, deels omdat de wijk te weinig koopwoningen had voor
jonge gezinnen – elders gingen wonen.
Het
merendeel van de nieuwe bewoners van de Stokhasselt was niet katholiek. Het
gevolg daarvan was, dat het aantal parochianen in die periode van ca. 4500 is
gedaald naar ca. 2000. Minder
parochianen betekende: minder kerkbetrokkenen, minder kerkgangers, minder
inkomsten. Ook het ‘arsenaal’ waaruit vrijwilligers geput konden worden werd
steeds kleiner. Een aantal vrijwilligers die elders ging wonen, bleef actief in
de Montfort, voor die definitief stopten was moeilijk vervanging te vinden. Het
aantal dopelingen, eerste communicanten, vormelingen, en kerkelijke huwelijken
is in die tijd flink gedaald. Als ik me goed herinner, waren er b.v. in mijn
eerste jaren rond de dertig eerste communicantjes. In mijn laatste jaar waren
het er nog geen tien. Waren er in de eerste jaren ca. tien kerkelijke
huwelijken, de laatste twee jaren heb ik er in totaal twee of drie gehad. Met
het nodige kunst en vliegwerk konden gemengd koor, kinderkoor en jongerenkoor
in stand gehouden worden. Ik had grote bewondering voor degenen die dat toch
maar presteerden, voor alle vrijwilligers die hun beste krachten gaven. Toch
zijn bepaalde activiteiten (o.a. de sjoemel en praotmert) bij gebrek aan
menskracht gestopt. Het jongerenpastoraat ging steeds moeizamer, mede wegens
afname van het aantal deelnemende jongeren. Er moesten best wel pijnlijke
stappen gezet worden in die tijd. Zo had het nogal wat voeten in de aarde, toen
we moesten besluiten, op zondagmorgen nog maar één dienst te houden. Dat had
weer consequenties voor de inhoud van de diensten. Zo moesten vieringen,
voorbereid door een werkgroep, opgebouwd worden vanuit de evangelielezing van
dat weekend, zodat er maar één schriftuitlegger per weekend nodig was, die op
zaterdagavond en zondagmorgen dezelfde overweging kon houden. Daar was niet
iedereen enthousiast over, sommigen hadden daar veel moeite mee.
Er zijn
ook nieuwe activiteiten opgestart. Zo zijn we begonnen met een gespreksgroep
voor ouderen, en was er in Advent en Veertigdagentijd een aanbod van enkele
meditatieve vieringen.
In de
beginjaren van mijn periode als pastor hebben we vrij veel aandacht besteed aan
de bestuursstructuur van de parochie. De leden van de parochievergadering
hadden geen specifieke taken, waren niet direct verantwoordelijk voor een
concreet eigen onderdeel van het pastorale werkveld. We hebben in die tijd een
structuur opgezet, waarin elk lid van de parochievergadering verantwoordelijk
was voor een deelgebied, en tegelijk voor het grote geheel van zowel de
pastorale als de materiële kant van de parochie. De pastorale werkvelden –
liturgie, catechese, diaconie en gemeenschapsopbouw – kregen elk twee
vertegenwoordigers in de parochievergadering. De werkgroepen, actief binnen de
vier pastorale werkvelden, hadden via vertegenwoordigers overleg met elkaar in
de beleidsgroepen liturgie, catechese, diaconie en gemeenschapsopbouw. Elke
beleidsgroep vaardigde dus twee personen af naar de parochievergadering.
Daarnaast
gingen de vijf leden van het parochiebestuur (verantwoordelijk voor het
materiële reilen en zeilen) deel uit maken van de parochievergadering. Ook de
twee pastores werden lid van de parochievergadering (eerder waren zij adviserend
lid), en bij toerbeurt woonden zij de vergaderingen van het parochiebestuur
bij. Het parochiebestuur fungeerde tevens als het dagelijks bestuur van de
parochie. We hoopten met deze bestuursstructuur de betrokkenheid van de
parochievergadering bij het pastorale werk te vergroten, en in mijn ogen is dat
ook wel gelukt.
De
financiële situatie is vanaf de oprichting van de Montfortparochie zorgelijk
geweest. In 1994 stond de kerk 22 jaar, maar rustte er nog altijd een
behoorlijk grote schuld op (bij het
bisdom). Die schuld werd wel jaarlijks afgelost, maar tegelijk moest het
dekenaat ook jaarlijks subsidie aan de parochie geven om de zaak draaiende te
houden. In de tijd dat ik pastor was, heb ik dit aangekaart bij het bisdom, en
dat heeft er in geresulteerd, dat het dekenaat Tilburg/Goirle de schuld heeft
overgenomen van het bisdom, en dat er een streep werd gezet door de
aflossingsverplichting. Daarmee kreeg de parochie financieel wat lucht.
Ook de
huur van Bellinistraat 141 (werkruimte voor pastores en vergaderruimte voor
bestuur en werkgroepen) drukte zwaar op de begroting Bovendien was het verre van ideaal, dat deze
accomodatie zo ver verwijderd was van de Montfortkerk (met parochiesecretariaat
en koffiekamer waar ook vergaderd werd). Er was eerder al eens een (vergeefse)
poging in die richting gedaan, maar in de periode dat ik pastor was is het
gelukt, werkruimte voor de pastores, parochiesecretariaat en vergader- en
repetitieruimte voor de verschillende groepen onder één dak te brengen in een
nieuw gebouw: een parochiecentrum, dat naast de kerk gerealiseerd werd. We
hadden als voorwaarde aan onszelf gesteld, dat de bouw pas van start zou gaan,
als de benodigde financiën beschikbaar zouden zijn. Dank zij bijdragen vanuit
de eigen parochie, inkomsten uit verschillende activiteiten (b.v. sponsorloop
naar de Sint Jan in ’s-Hertogenbosch in de meimaand), een beetje indirecte
overheidssubsidie, en vooral vele, soms grote giften van religieuzen en
stichtingen hebben we de financiën rond gekregen, en kon het parochiecentrum,
naar een ontwerp van Eduard van Broekhoven, gebouwd worden. Bellinistraat 141
kon afgestoten worden, en dat betekende een flinke lastenverlichting. Het was
heel fijn werken, de laatste jaren dat ik in de Montfort was, in dat
parochiecentrum. Alle overleg en activiteiten onder één dak. Alle parochianen
die actief waren als vrijwilliger en/of deelnamen aan activiteiten kwamen
elkaar daar tegen.
Jammer
genoeg hadden we tegelijk het tij tegen: het aantal parochianen bleef afnemen,
waardoor de financiële druk nauwelijks afnam………
Bij zijn zilveren priesterfeest in 1997
gebruikte Theo van der Geest een gelijkenis. Een parabel waarin hij zijn leven
als gelovige en als pastor beschreef. Een parabel geschreven in de beslotenheid
van de Equipe Mobile van de Montfortanen werd openbaar: "Ik zie mijzelf
als een paardenbloem"
De paardenbloem werd daarom ook gebruikt bij
de versiering van de kerk
Over
zaaien en vertrouwen en nog meer... ( door Ras van Broekhoven)
O paardenbloem, o paardenbloem!
Wel een dag of tien
heb ik er wat mee afgezien
de bloemen gingen maar niet open
toch maar blijven kijken en hopen.
Ze moeten open door de zon.
Ik dacht dan maar drogen in de
magnetron.
Wat een klereding
net een Engelse plumpudding.
De knop is goed nat
en gaat niet open, geen spat.
Dan aan de slag met de haardroger...
het water was zo vervlogen.
De bloem in een buisje met water
onder licht
Hoera.. ze gingen open en bleven
niet dicht.
Onze paardenbloemen stonden mooi op
het feest
van Theo van der Geest.
Jacques
van Slagmaat,
01-02-1999 -30-11-2004
Na gewerkt te hebben bij het Rotterdamse
Arbeidspastoraat kreeg Jacques in 1999 een parttime baan als pastor in de
Montfortparochie. Zijn werkveld was Gemeenschapsopbouw en Catechese. Na het
vertrek van Theo v.d. Geest op 1 januari 2003 kreeg Liturgie vooral zijn
aandacht. Hij was een poos het gezicht van de parochie, tot de bodem van de
parochiekas in zicht kwam en men hem noodgedwongen moest ontslaan